Decanteren – wat het is, wanneer je het doet (en waarom het eigenlijk best leuk is)

Sommige woorden klinken alsof ze alleen thuishoren in dure restaurants met witte handschoenen.
Decanteren is daar één van.
Maar laat je niet afschrikken — decanteren is gewoon een mooi excuus om even extra aandacht te geven aan je wijn (en eerlijk, het ziet er best indrukwekkend uit ).
Wat is decanteren?
Decanteren betekent: je wijn overgieten in een karaf, zodat hij kan ademen en helder wordt.
Dat heeft twee redenen:
-
Zuurstof geven – oudere of zware wijnen openen zich beter na wat lucht.
-
Bezinkels vermijden – sommige wijnen (vooral oudere rode) hebben wat bezinksel onderin de fles.
Wanneer doe je het?
-
Jonge rode wijn: om de smaak zachter te maken, want jonge wijn bevat veel tannines en dat kan bitter maken.
-
Oude rode wijn: om het bezinksel in de fles te laten.
-
Witte wijn: zelden nodig, behalve bij echt stevige of houtgerijpte soorten.
Hoe doe je het?
-
Zet de fles even rechtop (zeker bij oudere wijn, zodat het bezinksel zakt).
-
Schenk rustig in een karaf of decanteerkan.
-
Stop zodra je het bezinksel in de hals ziet.
-
Laat de wijn even staan — 10 tot 30 minuten is vaak genoeg.
Voilà! Meer aroma, zachtere smaak, en een vleugje "ik weet wat ik doe"-gevoel.
Is decanteren echt nodig?
Niet altijd. Sommige wijnen zijn al perfect uit de fles. Maar het ritueel zelf — het rustmoment, het schenken, het ruiken — maakt het wijnmoment net wat specialer.
Want soms is het niet de wijn die moet ademen,
maar jijzelf.
Proost,
Stephanie – Onder de Kurk Geluk
Proef het verschil
Ik dacht altijd dat een karaf vooral voor de show was… tot ik leerde dat hierdoor heftige rode jonge wijnen veel lekkerder werden.
Wát een verschil! De wijn opent, de geur wordt zachter — pure magie.
Bekijk hier mijn favoriete karaffen op Amazon